Dubieuze Werkwijze Stichting Inlichtingenbureau: Schending van Privacy en Gebrek aan Transparantie

Door Evert Lenos 

Kritisch verslag over Stichting Inlichtingenbureau en het terugkijken in persoonsgegevens

Inleiding

Het gebruik van persoonsgegevens door overheidsinstanties en gelieerde organisaties is een gevoelig onderwerp, vooral wanneer het gaat om privacy en transparantie. In dit verslag wordt kritisch gekeken naar de werkwijze van Stichting Inlichtingenbureau (IB), met name in relatie tot het terugkijken van persoonsgegevens over een periode van 60 maanden, zoals zichtbaar was in een rapportage aan de gemeente Zaanstad. Dit terwijl de bijstandsuitkering pas op 23 februari 2022 werd aangevraagd en de rapportage pas op 01 december 2022 werd ontvangen. De centrale vraag hierbij is: In hoeverre is het terugkijken over 60 maanden proportioneel, noodzakelijk en juridisch gerechtvaardigd?

Wat is Stichting Inlichtingenbureau?

Stichting Inlichtingenbureau is opgericht door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en fungeert als een schakel tussen overheidsinstanties en gemeenten. Het bureau verzamelt en analyseert gegevens met als doel fraude, misbruik of onrechtmatige toekenning van uitkeringen en andere sociale voorzieningen te signaleren. Gemeenten ontvangen deze informatie en kunnen hierop besluiten nemen.

Feiten en omstandigheden

Op 01 december 2022 ontving de gemeente Zaanstad een rapport van de Stichting Inlichtingenbureau over een uitkeringsgerechtigde die naast zijn bijstandsuitkering ook twee nabestaandenuitkeringen zou hebben ontvangen van zijn toenmalige vrouw, die in hetzelfde jaar op 21 september 2022 overleed. Dit zou namelijk wijzen op extra inkomsten naast de bijstandsuitkering. In dit rapport werd de totstandkoming van een zogenaamde "IB-melding" toegelicht. Aan dit rapport was een screenshot toegevoegd waarop duidelijk te zien was dat een filter van 60 maanden werd gebruikt bij het raadplegen van persoonsgegevens. Dit betekent dat er vijf jaar aan persoonlijke gegevens is teruggekeken, terwijl de aanvraag voor de bijstandsuitkering pas op 23 februari 2022 was ingediend.

Kritische analyse

  1. Proportionaliteit en noodzakelijkheid
    Het terugkijken van 60 maanden aan persoonsgegevens roept vragen op over de proportionaliteit van dit onderzoek.
    Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moeten instanties bij de verwerking van persoonsgegevens voldoen aan de beginselen van doelbinding en minimale gegevensverwerking (dataminimalisatie). Dit betekent dat niet meer gegevens mogen worden verwerkt dan noodzakelijk is voor het doel.
    In dit geval kan worden betwist of het echt noodzakelijk was om vijf jaar terug te kijken, terwijl de aanvraag voor bijstand pas in 2022 werd ingediend.

  2. Rechtsgrondslag en transparantie
    Een belangrijke vraag is op welke wettelijke grondslag Stichting Inlichtingenbureau zich baseerde om deze uitgebreide gegevensanalyse uit te voeren.
    Burgers hebben recht op transparantie over welke gegevens worden verzameld en verwerkt. Echter, de IB-melding en het gebruik van een 60-maandenfilter suggereren dat diepgaand onderzoek wordt gedaan zonder expliciete kennisgeving aan de betrokken burger.
    Was de persoon op de hoogte dat een dergelijke screening zou plaatsvinden? Was er voorafgaand aan het onderzoek instemming of een notificatie?

  3. Schending van privacyrechten?
    De AVG en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) stellen duidelijke regels over het verwerken van persoonsgegevens. Wanneer een instantie zoals Stichting Inlichtingenbureau structureel en grootschalig persoonsgegevens verwerkt zonder expliciete toestemming of kennisgeving, kan dit mogelijk een inbreuk op privacyrechten vormen.
    Het blijft onduidelijk of het in deze specifieke situatie gerechtvaardigd was om zonder directe aanleiding vijf jaar aan gegevens terug te kijken.

  4. Het risico op willekeur en machtsmisbruik
    Als gemeenten en organisaties zoals het Inlichtingenbureau zonder duidelijke richtlijnen langdurige onderzoeken kunnen uitvoeren, kan dit leiden tot disproportionele controlemechanismen.
    Dit roept de vraag op: worden alle burgers op dezelfde manier gecontroleerd, of wordt er selectief gehandeld?
    Bestaat het risico dat burgers, zonder concreet vermoeden van fraude, onterecht onderwerp worden van intensief onderzoek?

Conclusie

Op basis van de beschikbare feiten en de juridische kaders kan worden gesteld dat het terugkijken van 60 maanden aan persoonsgegevens vragen oproept over de proportionaliteit, transparantie en rechtmatigheid van de gegevensverwerking door Stichting Inlichtingenbureau. De werkwijze kan in strijd zijn met de principes van dataminimalisatie en doelbinding zoals vastgelegd in de AVG.

Er dient meer duidelijkheid te komen over:

  • De wettelijke basis voor het terugkijken van persoonsgegevens over zo’n lange periode.
  • De noodzaak en proportionaliteit van deze werkwijze.
  • De rechten van burgers om geïnformeerd te worden over dergelijke onderzoeken.

Indien blijkt dat deze werkwijze niet correct is of dat er sprake is van een te ruime interpretatie van de wet, zou dit kunnen betekenen dat privacyrechten van burgers worden geschonden. Het is daarom aan te raden dat de gemeente Zaanstad en de Stichting Inlichtingenbureau meer transparantie bieden en hun werkwijze kritisch onder de loep nemen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Machtsmisbruik en manipulatie: Hoe de FIOD, het OM en de NCTV de rechtsstaat ondermijnen

Chronologische Tijdlijn van de Juridische Strijd en Persoonlijke Ervaringen

Een Verslag over Systematisch Machtsmisbruik in de Nederlandse Rechtsstaat